maan glas raam - schrijven is ont-wikkelen
Glaswaan wordt beschreven als een uitwendige manifestatie van een psychiatrische stoornis die voornamelijk in de late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd in Europa voorkomt. Vreemd genoeg verdween het fenomeen. Een waan die ooit heeft bestaan.
Mensen met glaswaan geloofden dat ze van glas waren gemaakt "en mogelijk in stukken zouden breken". Dat ze hun plooibaarheid kwijt waren en bij een bruuske toenadering fysiek zouden barsten en uit elkaar vallen. Sommigen droegen beschermkledij, altijd in meerdere lagen gewikkeld. Een ingewikkeld bestaan maakt ingewikkeld. Er is trouwens een Franse koning die hieraan leed: Charles VI, die ook “le bien aimé” werd genoemd. En later: “Le fou”.
Schrijven is ont-wikkelen. Dingen leggen zich open, leggen zich uit: een opgevouwen gedachte ontwikkelt zich, ingewikkelde gedachte ontvouwt zich. Soms denken we elkaar te zien, maar zien windels, gaas- en rekverband. Schrijven is ont-wikkelen.
Er is een verschil tussen wat ik durf zeggen en wat ik durf schrijven.
Wat ik schrijf kan ik doorstrepen, wat ik zeg niet.
Daarom zeg ik de woorden die ik schreef.
Heel lang schraapte ik mijn keel tot ik hees was.
En zei niks, tegen niemand. Of zei alles niet, tegen iedereen.
Misschien is mijn schrijven niet langer zwijgen.
Schrijven is woorden geven die we kregen. Is schuilen en risico nemen, bewegen, in beweging brengen,is leuk, is ademen en adem geven. Schrijven is troost, schrijven is troosten. Schrijven (lees ook spelen) is woorden geven, en oren delen, liefst in afwezigheid van oordelen :). Ver van de dagdagdagdagdagdagdagelijkse inbreuk op mensen hun zijn: continu afgebroken en onderbroken, onzichtbaar gemaakt, of doorzichtig. Er wordt op zeer voorname manier, beleefd en welbespraakt gediscrimineerd, geïntimideerd. Wie weerbaar wil zijn, wil worden gehoord, kan maar beter een weg weten met het woord.
Ik bots (gelukkig niet te hard) op een interview met een dokter over een patiënt die ooit vroeg: kijk naar het raam, wat zie je?
De dokter kijkt en zegt: eum, ik zie voorbijgangers, gebouwen, vogels, een vliegtuig, water, de straat, ... Waarop de ander: ... ik ben dat raam.
Schrijven is nabij verrekijken. Ik ga in de avond vaak naast het raam zitten - aan de buitenkant. Tussen het raam en de maan:
Witte maan,
Ze schijnt, voor iedereen, en zo schijnt ze
voor iedereen hetzelfde te willen.
Was al het witte maar even klaar
voor kleur.
Waarvoor ik mij niet meer schaam, is schrijven over de maan.
Omdat ik liever melig dan hard, gevoelig dan intellectueel, vragend dan wetend mij tot een ander richt.
Woorden kunnen lichten en woorden kunnen drukken.
Gedrukt onder woorden, verandert iemand van vorm.
Het landschap waaruit iemand bestaat, wordt geperst, geplet, lijkt oppervlakkiger.
Maar hoe platter het wordt, hoe meer het bedekt, zich uitstrekt.
Hoe komt het dat zij die spottend neerkijken niet weten dat ze breken
met hun lach en denken dat de scherven teruggeven niet mag?
Hoe komt het dat ze niet hadden verwacht dat waar overheen gelopen werd, op een dag, in hun tenen zou snijden, ongewild. En het gedragen verdriet niet zomaar gestild.
Waar zijn zij die alles beheren, waarom willen we altijd meer en meer en
waarom zien we niet dat iemand daar, misschien een kind nog maar,
verstikt in systemen die leren alles te klasseren
traagheid, voorzichtigheid corrigeren en hardheid normaliseren?
Hoe kan ik dit zeggen: kijk naar buiten, zie het raam
het kader waardoor gekeken wordt naar ons bestaan.
Het breekt kinderen, doorstreept kinderen.
Het sluit ze uit, wist ze weg, neemt hun adem, snoert hun monden.
Er is een verschil tussen wat ik niet durf zeggen en wat ik kan zwijgen.
Schrijven is woorden teruggeven aan mijzelf, aan de andere ander.
Want wie de mond gesnoerd, wie gevloerd, moet soms opnieuw leren spreken,
wie enkel denken kan, denkt soms te lang.
Ik zie de straat, mieren, mensen, muizen, huizen, berken, mos, een heggenmusje, boomklevers, kraaien, duif, vleermuis, vliegtuig, specht, pimpel- en koolmezen, blauw, tak, dak, bak, steen, poot met nageltje, piepkleine insecten, een lijster, een zak grills verfrommeld tussen een struik, zwartkopjes of matkopjes - ik weet het niet zeker, vijver, aalscholver, reiger, met wat geluk een mandarijneend, beuk, schors, ander mos, paddenstoel, parasolzwam, parasol, zand, bootje, golf, schuim, glas melk, wit, maan, licht, avond, lucht, raam, maan, raam, raam, raam. Barstjes in het glas. Waan. Mijn reflectie in het glas. Raam. Ik zie mij in glas. Ik zie mij in glas. Met barsten.
Schrijvend wil ik raam zijn. Mijn landschap niet afgevlakt, wel uitgestrekt.Verreikend, ver kijkend, met iedereen erin.
Er is een verschil tussen wat ik durf denken en wat ik durf zeggen.
Een doorstreept woord is een gedachte met een barst in. Een barst is twijfel.
Schrijven is hopen dat een gezegd woord niet verkeerd valt,
meestal weet ik dat het vallen zal, maar niet waar of hoe en schrijven laat mij toe- het eerst ergens neer te zetten. Ik leg het, en verleg het, ik leg het hier. Omdat wat gelegd is, ook gezegd is, maar van minder hoog vallen kan.Stukke(n) gedachten, leg ik hier en ik leg mij erbij
neer
We zijn ingewikkeld.
Voor het geval dat.
Voor de denkdag 'Shakespeare is dead, but here we are' schreef toneelschrijver Dounia Mahammed een statement over de staat van het toneelschrijven in Vlaanderen en Nederland. Wie neemt de pen over van de grote bard en hoe gaat het verder met het repertoire?
Tijdens de denkdag 'shakespeare is dead, but here we are', slaan Theater Bellevue en deBuren de handen in elkaar met Het nieuwstedelijk en het Toneelschrijfhuis om de staat van het toneelschrijven in Vlaanderen en Nederland onder de loep te nemen en in kaart te brengen.
Organisatie: deBuren, Theater Bellevue, Het nieuwstedelijk en Toneelschrijfhuis.